Mijn naam is Cynthia Hulshof en ik ben 31 jaar. Ik ben het typische voorbeeld van een zij-instromer, ik zal vertellen hoe dat is gekomen:

Nog niet lang geleden stond ik elke dag bloemen te plukken: hard werken en niet veel nadenken, tja het enige waar ik aan dacht was “hoe snel gaat de dag vandaag?”. Altijd moeilijk gedoe met contracten en voor ik het wist stond ik weer bij een andere tuinder met weer andere bloemen. Ik had werkelijk geen idee wat ik nu eigenlijk echt wilde. Na verloop van tijd kwam ik in contact met mijn bovenbuurvrouw, en in onze gesprekken kwam ook aan bod dat ik baalde van het harde werken zonder ook maar iets te bereiken. Toen vertelde zij me dat ze werkzaam is in de zorg op de PG afdeling, dit is een gesloten afdeling met dementerende ouderen, en zij vroeg mij meerdere malen om eens te komen kijken “ik vind jou daar echt een type voor” zei ze. Ik antwoordde zonder echt een duidelijke reden; “haha nee dat is echt niets voor mij hoor’’. Maar de buurvrouw zei me dat ik daar niet over mag oordelen zonder het een keer gezien te hebben, maar keer op keer lachte ik het weer weg. Ik ben dan wel een zorgzaam type, en twee oudere zussen van mij zijn ook werkzaam als Verzorgende, maar ik?? Hoe dan?? Toch ben ik erover na gaan denken en op een dag ging ik toch overstag. Ik sprak de buurvrouw aan en gaf aan toch wel nieuwsgierig te zijn geworden, en we spraken af om op de zondagen mee te lopen.

De eerste zondag; Oké, daar ging ik, ik kreeg een blauw jasje aan waardoor ik ook meteen een soort aanspreekpunt werd op de afdeling, “Zuster! Zuster! Help me dan!” Hoorde ik overal om me heen en ik wist niet meer waar ik kijken moest. De bedoeling was dat ik als woonzorgassistent voor het ontbijt en voor de lunch ging zorgen. Lijkt makkelijk, maar echt een ieder had een eigen soort dieet. De één moest je helpen met eten en de ander deed het zelf, maar tegelijkertijd is iedereen zo hulpbehoevend. Met de ene bewoner had ik heel serieuze en leuke gesprekken en de ander loopt de hele ochtend zijn of haar moeder te zoeken. Vol bewondering stond ik om me heen te kijken wat er allemaal gebeurde, deze mensen kunnen gewoon nooit meer thuis wonen en hebben echt constant zorg nodig, toch wel interessant dat ik een hele woonkamer tevreden mensen aan het eten zag. Al snel verliet ik abrupt het tuindersbestaan en kon ik daar parttime blijven werken. Elke keer weer als ik ‘s morgens om 08:00 door de gangen liep en mijn nieuwe collega’s waren de bewoners aan het wassen en aankleden, rook ik werkelijk allerlei luchtjes uit de slaapkamers komen, welteverstaan “vieze broeken” en keer op keer sprak ik de verzorgsters aan; “knap hoor dat jullie dat kunnen”, waarop zij dan antwoordde; “tja, dat is maar bijzaak”. Soms werden bewoners wat fysiek, maar ik had ze even later toch tevreden aan het ontbijt. Toch heb ik me echt afgevraagd of ik hier aan zou kunnen wennen. Al vrij snel kreeg ik een leuke band met de bewoners, ik nam ze mee naar buiten en we deden spelletjes en zongen samen liedjes uit grootmoeders tijd, leuk! Dat voelt goed die blije mensen. Ik wilde eigenlijk meer doen met de mensen, dus hielp af en toe met de mensen aankleden, en zag hoe blij ze met je kunnen zijn!

Op een dag vroeg een van de bewoonsters mij; “zuster kunt u mij alstublieft naar het toilet brengen?”, waarop ik steeds een verzorger ging vragen dat te doen. Maar als de verzorgers het druk hadden, moesten de mensen toch vaak wachten. Toen, op dat moment, trok ik de stoute schoenen aan, nam deze lieve dame aan de arm en bracht haar naar het toilet. Ja, leuk hoor dat incontinentiemateriaal, maar hoe gaat dat weer aan?. Na een hoop gestuntel is het dan gelukt. Deze vrouw was mij zo dankbaar! Mijn interesse in de zorg groeide en ging steeds meer dingen vragen aan de dienstdoende mensen, over bepaalde ziektebeelden, en over de medicaties wat ze daar uitdeelde. Opeens had ik het, de zorg is wel wat voor mij, en ik wil een opleiding doen in de zorg! De opleidingen bij deze instelling waren al gestart, dus ik zou me voor het volgende jaar kunnen aanmelden, maar ik wilde niet meer wachten. Ik maakte een afspraak bij het UWV en vertelde dat ik in de zorg wil gaan werken, zij hebben geregeld goede contacten her en der, en meteen was het raak. “maar dan hebben we wat voor jou” zeiden ze. Thuiszorgorganisatie Evita Zorg zocht op precies dat moment mensen voor het leerwerktraject; verzorgende individuele gezondheidszorg (VIG) in combinatie met maatschappelijk medewerker zorg (MMZ). maar dan moest ik wel dezelfde dag nog een sollicitatie filmpje opsturen. “Wow, dit gaat wel erg snel” dacht ik, en is de thuiszorg dan iets voor mij? De verhalen klinken goed, mensen zo lang mogelijk thuis laten wonen, en de zorg aan huis leveren, fijn in hun eigen omgeving! Zeg nou zelf, dat zou je zelf toch ook willen?

Ik zette door, en voor ik het wist was ik door naar de volgende ronde en kon beginnen met de toetsen en de testen! Een week later hoorde ik dat ik de toetsen en testen had gehaald. Yes! En toen begon het al, ik kon 3 weken met de gediplomeerde collega’s meelopen. Wat vond ik dit spannend, de mensen aan huis helpen. Na deze 3 weken ging ik zelfstandig op pad, dat vond ik spannend! Achter elke voordeur is weer een ervaring rijker. En als je mettertijd de mensen vaker ziet, dan merk je bij de een wat afstand en bij de ander een warm welkom. Maar het feit blijft we zijn allemaal mensen. En wat de docente altijd zegt: “het is nooit saai in zorgland” De tijd vliegt en inmiddels ben ik al een jaar bezig en het gaat mij goed af. De combinatie van werken en leren bevalt me goed. En echt waar, vieze broeken? Dat is slechts bijzaak! Mensen hulp kunnen bieden die zij nodig hebben en vervolgens met een goed gevoel vertrekken, ja dat is pas echt waar het om gaat!